Roevensysteem

Bijzonderheden van deze techniek

Dit systeem bestaat uit zinken samengestelde banen van maximaal 3x2250mm die reeds vanaf 1°43 (3%) dakhelling waterdicht geplaatst kunnen worden.

Dit kan zowel voor vlakke als gecentreerde daken.

Draagvlak

De ruwe delen uit uit dennenhout, Noordse Grenen of Noordse Vuren hebben een breedte van 100 tot 150 mm.

De dikte is 18 of 24 mm naargelang de tussenruimte van de regels en bij te schroeven klangen of dikte 24 mm bij te nagelen klangen. De planken worden loodrecht geplaatst op de richting van de roevenbanen.

De hoogte van de luchtlaag is 40 mm en er worden ventilatieopeningen voorzien aan de voet en aan de nok per dakhelling.

Om te beletten dat door het plaatsen van de isolatie de luchtlaag kortgesloten wordt of dat er eventueel condensatievocht deze isolatie zou bevochtigen, is het noodzakelijk een onderdak op de isolatie te voorzien. Dit onderdak is dampopen en mondt uit in de (bak) goot of in de vrije ruimte.

Het onderdak verhindert ook de luchtstroming van (koude) buitenlucht naar de binnenzijde van het gebouw.

Door het toegenomen isolatieniveau van constructies is het raadzaam om een efficiënt en duurzaam dampscherm conform de binnenklimaatklasse te plaatsen aan de warme zijde van de isolatie.

De roeflatten zijn uit dennenhout, rode of witte noordse grenen en hebben een "vijfhoekvorm". Ze zijn bevestigd om de 250 mm. De hoogte van de roeflat is 40 mm voor hellingen van 25 tot 100% en 60 mm voor hellingen van minder dan 25%. De roeflatten worden bevestigd met lange spijkers die om de 250 mm schuin worden ingeslaan, afwisselend van links naar rechts en van rechts naar links. In de 3/4" bebordingen dringen de spijkers tot 15 mm in het hout en tot 20 mm in de 4/4" bebordingen. De spijkerkoppen worden in het hout ingeslagen.

Er bestaan ook systemen met gegalvaniseerde montageklangen voor de roeven.

De plaatselijke bouwvoorschriften dienen ten alle tijden opgevolgd te worden.

Plaatsing

De verbinding van de banen gebeurt door overlapping, door aanhaking of soldering. De minimumtemperatuur voor het verwerken van het VMZINC® is 7°C (metaaltemperatuur). Het plaatsen van de banen kan willekeurig begonnen worden zowel van links naar rechts alsook van rechts naar links, zonder daarbij rekening te moeten houden met de overheersende windrichtingen.

• • Door soldering

De verbinding voor daken met een helling kleiner dan 25% gebeurt alleen door middel van soldering.
Daar men maximaal 3 bladen tegelijk onderling mag solderen, dus maximum 6,75 m, moet men bij grotere lengtes een trap of een verspringing voorzien.

• • Door dubbele aanhaking

Voor daken met een helling groter dan 25% en een roeflat met een minimale hoogte van 40 mm.

• • Door enkele aanhaking

Voor daken met een helling groter dan 35% en een roeflat met een minimale hoogte van 40 mm.